Zo kom je van podiumangst af

Ik zal een jaar of tien zijn geweest toen mijn pianoleraar een voorspeelmiddag organiseerde voor zijn leerlingen en hun ouders. Eindelijk was ik aan de beurt. Verwachtingsvol en een tikkeltje zenuwachtig kroop ik achter de piano. Maar toen ik mijn handen op het instrument legde, trok ik ze meteen weer terug. ‘De toetsen zijn kletsnat,’ fluisterde ik tegen de leraar.

Tijdens dat eerste optreden begreep ik waarom. Mijn hart klopte wel twee keer zo snel als normaal en na de eerste twee maten had ook ik zweethandjes. ‘Podiumangst,’ legde mijn leraar uit. ‘Iedereen heeft dat in meer of mindere mate. Het is misschien vervelend, maar het helpt je wel om gefocust te blijven. En je gaat er niet aan dood.’

Inmiddels weet ik dat ik een milde, functionele vorm van podiumangst heb. Het kan veel erger. Ook grote musici hebben er last van. Zo was Frédéric Chopin doodsbang voor publiek: de massa vreemde gezichten intimideerde en verlamde hem zozeer dat hij gedurende zijn leven maar dertig keer heeft opgetreden. En een van de briljantste pianisten van de 20ste eeuw, Vladimir Horowitz, was zo benauwd voor zijn publiek dat hij vier keer zijn carrière onderbrak; een keer bleef hij zelfs twaalf jaar uit de concertzaal.

Podiumangst wordt veroorzaakt door een samenspel van persoonlijkheid, taak en situatie. Een verlegen musicus die tijdens een concours een complexe sonate uitvoert voor een kritische jury, heeft er waarschijnlijk meer last van dan een extraverte pianist die een eenvoudig muziekstuk voor een welwillend publiek speelt.

Je persoonlijkheid, de taak en de situatie kun je meestal niet veranderen, maar over de angst voorafgaand aan een optreden heb je meer controle dan je denkt. Er zijn tal van cognitieve strategieën die je daarbij kunnen helpen. Hier zijn er twee.

Ten eerste: systematische gewenning. Begin met voorspelen voor een vriend of familielid. Speel het stuk dat je door en door kent voor een kleine kring en breid je publiek langzaam uit. Doe dit een paar keer en probeer het dan voor een zaal met vreemden. Zo wen je langzaam aan een steeds groter en onbekender gehoor.

Ten tweede: Positieve self talk. Dit is een variant op de relativerende woorden van mijn pianoleraar. Spreek jezelf geruststellend toe. Dat je spieren zich spannen, je maag zich samentrekt en je hartslag toeneemt, betekent dat je lichaam alert en geconcentreerd is. Het is misschien vervelend, maar het helpt je wel om gefocust te blijven. En je gaat er niet aan dood.

 

Dit is de derde aflevering van een serie artikelen over pianospelen en psychologie. Het is gepubliceerd in het voorjaarsnummer van Pianist Magazine, 2020.