Charles Darwin: gelukkig én gekweld

Charles Darwin was als kind een middelmatige leerling. ‘Ik geloof dat al mijn leraren en mijn vader mij beschouwden als een doorsnee jongen met een vrij beperkte intelligentie’, schreef hij in zijn autobiografie. Het is bijna onvoorstelbaar dat dit gewone, zwijgzame en verlegen jongetje dat graag in zijn eentje door de natuur zwierf, uitgroeide tot  de eminente wetenschapper die het gangbare wereldbeeld op zijn kop zette. In Darwins woorden, van psycholoog Ranne Hovius, wetenschapsfilosoof Chris Buskes en filosoof Griet Vandermassen, beschrijft die ontwikkeling. Het boek duidt het leven, werk en denken van de vader van de evolutietheorie aan de hand van citaten uit zijn brieven, boeken en autobiografie.

In het eerste en grootste deel van het drieluik schetst psycholoog Ranne Hovius het veelzijdige karakter van Charles Darwin. Het verlegen jongetje dat geen arts wilde worden omdat hij niet tegen pijn en bloed kon, ontpopte zich tot een gepassioneerde wetenschapper met een onverzadigbare nieuwsgierigheid en een ijzeren discipline. Maar Darwin was ook een beminnelijke echtgenoot en vader van tien kinderen, wiens grootste angst was dat hij zijn kinderen erfelijk zou belasten met zijn zwakke gezondheid. Hovius laat zien dat er in Darwins vroege jeugd al aanwijzingen waren voor  zijn latere succes als wetenschapper, zoals zijn afkomst, zijn studietijd in Cambridge en zijn vriendschap met John Stevens Henslow, een professor in de botanica, die ervoor zorgde dat hij een plaats kreeg als natuuronderzoeker op het schip de Beagle.

De reis met de Beagle was de belangrijkste gebeurtenis in het leven van Charles Darwin Op 27 december 1831 vertrok hij, 22 jaar oud, voor een reis van bijna vijf jaar die hem via de Kaapverdische eilanden naar Brazilië, naar Zuid-Amerika, Nieuwe Zeeland, Australië en Afrika voerde. Ondanks zeeziekte, heimwee en het gedwongen samenleven met de humeurige kapitein FitzRoy, was hij -  paradoxaal genoeg - gelukkig. Op de wereldreis kon hij zijn passie uitleven: het observeren, verzamelen en noteren van de natuur.

Het tweede deel van In Darwins woorden vertelt het verhaal van de  ontdekking van de evolutietheorie. Darwin ging niet over één nacht ijs. Twintig jaar lang broedde hij op het raadselachtige mechanisme achter de evolutie. Hij bleef zijn argumenten aanscherpen, totdat hij in 1858 een brief kreeg van Alfred Russell Wallace. Deze Engelse natuuronderzoeker had precies hetzelfde ontdekt. Darwin realiseerde zich dat hij nu moest publiceren, wilde hij de primeur niet mislopen. 

Darwin hield zijn wetenschappelijke theorievorming niet altijd strikt gescheiden van zijn maatschappelijke opvattingen. Hoewel hij soms beschuldig is van racisme en seksisme, was Darwin racist noch seksist, schrijft Griet Vandermassen in het derde deel. Vergeleken met veel van zijn Victoriaanse tijdgenoten kunnen we hem zelfs progressief noemen. Het was destijds heel gebruikelijk om wetenschappelijke theorieën en ideologisch gekleurde uitspraken te vermengen. Bovendien ontbrak het de toenmalige westerse blanke en mannelijke onderzoekers volgens Vandermassen aan zelfreflectie en zelfkritiek.

In Darwins woorden is een knap geconstrueerd, goed geschreven en bij vlagen spannend verhaal over de man wiens theorie honderdvijftig jaar na publicatie nog steeds de gemoederen verhit. De combinatie van een persoonlijke, wetenschappelijke en maatschappelijke invalshoek brengt de beminnelijke Charles Darwin - gelukkig én gekweld - in al zijn rollen tot leven.

Chris Buskes, Ranne Hovius, Griet Vandermassen: In Darwins woorden. Leven, werk en denken van Charles Darwin.  ISBN 9789057122712, 272 pag.  € 15,00.